Interview met Luuk Kolthof (voor Beelden in Gees)

Waar komt je inspiratie vandaan? 

Mijn inspiratie kan eigenlijk overal vandaan komen. Kunst van anderen. Dingen die mensen zeggen. Dingen die ik op straat of in de natuur zie. Zomaar een gedachte die voorbij komt fladderen. Als het op het juiste moment gebeurt, gaat de creatieve machinerie draaien en rolt er na een tijdje een idee voor een schilderij uit.

Was je als kind al geïnteresseerd in, bezig met kunst of is dat pas later ontstaan?

Ik heb in elk geval altijd al van tekenen gehouden. In mijn kinderjaren tekende ik graag dieren (poezen, tijgers, dino’s), zo realistisch mogelijk. Wat later in mijn kindertijd ben ik humoristische, vaak wat absurde strips gaan tekenen en dat heb ik tot in mijn puberteit gedaan. Via de middelbare school mocht ik meedoen aan een project waarbij je bij een kunstenaar schilderles kreeg met een expositie als afsluiting. Toen ontdekte ik dat ik nog veel meer van schilderen hield dan van tekenen. Ik ben dus altijd wel op één of andere manier bezig geweest met een vorm van kunst.

Hoe ontstaat een werk? 

Het meeste werk ontstaat doordat ik gewoon wat ga zitten schetsen. Ik laat mijn fantasie dwalen. Soms voelt het ook een beetje alsof ik in een duikbootje in mijn onbewuste geest, het droomgebied, afdaal. Als ik iets ’tegenkom’ wat mij prikkelt maak ik er een tekeneningtje van. Als ik een goed gevoel heb bij het ontwerp en als het idee sterk met/in me resoneert – dat laatste is erg belangrijk! – ga ik het verder uitwerken op doek. Mijn eerste laag is eigenlijk altijd monochroom (tegenwoordig in een roodtint) waarin ik het ontwerp in de natte verf kras. Dat vind ik heel fijn werken, omdat ik de boel dan gemakkelijk kan aanpassen door de lijnen met een doek weer uit te wissen. Als het ontwerp staat, werk ik het in verdere lagen uit. Soms lukt een schilderij in drie lagen. Maar vaker heb ik meer lagen nodig. Al die lagen dragen iets bij aan het uiteindelijke schilderij.

Werk je je eerste opzet tot in detail uit? Of ontstaat het onder je handen? 

Mijn ontwerpschetsen zijn klein en grof. De eerste opzet op het doek is meestal ook vrij grof. Het gaat dan vooral om de hoofdlijnen. Ik probeer sommige details, zoals handen en gezichten, redelijk precies te krijgen, zodat ik daar later geen problemen in krijg. Maar tijdens het uitwerken krijg ik vaak nog wel nieuwe ideeën. Soms werkt wat ik in mijn hoofd had niet in het echt. Dan pas ik dus dingen aan. Soms heel drastisch. Soms heel subtiel. Dat gaat meestal over kleur en licht-donker. Het ontwerp blijft meestal redelijk intact. Het uitwerken is een soort ‘gesprek’ met het schilderij. Toevalligheden, kleine ‘foutjes’ geven vaak ideeën voor details of kleine toevoegingen of aanpassingen. Het hoofdidee is er dus vanaf het begin, maar de uiteindelijke versie ontstaat tijdens het werken. Dat houdt het voor mezelf ook interessant.

Wat is je favoriete materiaal en waarom? Waarom heb je gekozen voor dit/deze materiaal(en) en niet voor wat anders?

Ik ben begonnen met acrylverf, maar ben toch echt een olieverfschilder. De kleuren, geuren, flexibiliteit en de textuur kloppen voor mij op één of andere manier. Ik ‘snap’ olieverf gewoon goed en kan het heel intuïtief gebruiken. Ik vind aquarel en pastel ook prachtig en ik heb daar wel mee geëxperimenteerd, maar die materialen voelen voor mij als hard werken. Schilderen met olieverf voelt als spelen.

Wat voor ander materiaal zou je nog eens willen proberen?  

Ik houd erg van illustraties van kinderboeken. Ik vind illustratoren vaak erg interessante kunstenaars. Daar zitten veel mixed-media mensen tussen. Mensen die met allerlei materialen tegelijk werken. Ergens zou ik ook wel die kant op willen, maar ik heb een behoorlijke drempel om uit mijn comfortabele olieverf-bubbel te komen. Je nieuwe technieken/materialen eigen maken kost veel tijd en moeite en ik heb geen zin om me weer een beginner te voelen, haha. Bovendien is olieverf een veelzijdig materiaal waarmee je veel effecten van andere materialen wel kunt benaderen. Waarschijnlijk houd ik het bij olieverf.

Heb je een terugkerend thema? Zo ja, waarom en wat vertelt dat over je?

Poe, ik werk heel intuïtief, dus ik ben niet zo bewust bezig met thema’s. Ik schilder wat er in me opborrelt. Maar als ik naar mijn eigen werk kijk, dan zie ik wel dat hoog-laag en licht-donker een belangrijke rol spelen in veel van mijn schilderijen. De mens speelt vaak ook een grote rol, meestal op een absurde manier.. En ik probeer ook eigenlijk altijd een dromerige sfeer te vangen. Wat dat allemaal over mij vertelt mogen mensen zelf invullen. Daar wil ik geen uitspraken over doen.

Werk je als een bezetene achter elkaar of steeds op gepaste tijden? 

Ik werk op gezette tijden als een bezetene. Ik schilder om de dag en als ik achter mijn ezel zit ga ik volledig op in het werk en vergeet ik de tijd. Ik neem veel te weinig pauze en ben aan het eind van de dag gesloopt. Ik probeer iets gezonder te werken, maar ik weet niet of ik mijn schilderijen kan schilderen zonder die ‘manie’.

Wat gaat er door je heen als je aan een kunstwerk werkt? 

Niet zoveel geloof ik. Ik ben vooral aan het schilderen.Er kabbelen wat onbeduidende gedachten op de achtergrond. Behalve als er iets onverwachts op het doek gebeurt. Als het positief is kan ik daar echt van genieten. Als het negatief is slaat een lichte wanhoop en/of behoorlijke frustratie toe. Maar ik heb inmiddels geleerd dat het meestal wel goed komt als ik maar gewoon doorga met een schilderij.

Wanneer is een werk voor jou af? 

Als niets het schilderij meer kan verbeteren. Elke laag, elk detail moet iets toevoegen aan het geheel. Op een gegeven moment maakt een extra detail of een extra laag de voorstelling niet meer sterker en dan is het af.

Vind je het lastig om het kunstwerk weer los te laten of denk je : ‘Volgende project’? 

Zolang een schilderij nog niet goed is kan ik het moeilijk loslaten. Maar als een schilderij eenmaal af is voelt het niet meer als van mij. Dan mag het de deur uit en heb ik zin in een nieuw project.

Is er iemand in je omgeving die het werk altijd als eerste mag zien? En zo ja, hang je (erg) aan het oordeel van deze persoon(en)? 

Mijn geliefde is mijn grootste fan en meest genadeloze criticus. Zij spreekt zich meestal vrijelijk uit. Als zij iets op te merken heeft en ik word daar boos van, dan weet ik dat ze gelijk heeft, haha. Als het me niet uitmaakt dat ze er iets van vindt, weet ik dat het in mijn ogen goed is. En als ze enthousiast is geeft dat me extra vertrouwen in het schilderij.

Als je werk tentoongesteld wordt, wat vind je daar dan van? Wat doet het met je als anderen je werk zien? 

Ik vind het altijd erg leuk om mijn werk te laten zien. Ik laat werk pas zien als ik er helemaal achter sta. Daardoor zit er bij mij weinig onzekerheid achter en ben ik vooral nieuwsgierig naar wat anderen erin zien of wat het met ze doet. Ook als mensen een schilderij niks vinden (zolang ze dat een beetje vriendelijk laten blijken) vind ik dat interessant. Ik snap goed dat mijn werk niet ieders ‘kopje thee’ is en dat hoeft van mij ook niet. Sommige schilderijen roepen heel verschillende reacties op in mensen en dat fascineert me. Soms zien mensen ook iets heel anders in een werk dan ik erachter zou zoeken. Die verschillende interpretaties vind ik ook interessant.

Wat doe je met (on)gewenste feedback van het publiek, neem je dat mee in nieuw werk of laat je het gaan? 

Dat ligt meestal meer aan de vorm van de feedback dan aan de inhoud. Inhoudelijk mogen mensen alles vinden wat ze willen. Dat kan zelfs erg interessant zijn. Maar als mensen het op een nare manier brengen of zich heel persoonlijk op mij richten dan vind ik dat op dat moment wel vervelend. Dat gebeurt gelukkig weinig. De meeste gesprekken (in levenden lijve of online) zijn plezierig. Feedback belemmert me eigenlijk nooit om te schilderen wat ik wil.

Is je werk je puur een persoonlijke uiting of laat je ook meespelen wat ‘goed in de markt ligt’? 

Mijn schilderijen ontstaan intuïtief en omdat ik zewil máken, niet omdat ik ze wil verkopen. Als doeken af zijn zie ik natuurlijk wel dat het ene werk waarschijnlijk gemakkelijker verkoopt dan het andere, maar daarin word ik ook nog weleens verrast. Zolang ik nog met een schilderij bezig ben, ben ik nooit bezig met de verkoop. Mijn kunst moet authentiek en oprecht zijn, anders werkt het niet. Als ik ‘commercieel handig’ ga denken, drogen de zin en inspiratie snel op, is mijn ervaring.

Heeft het maken van je kunstwerken een doel? En zo ja, welk doel?

Dat vind ik een lastige vraag. Kunst met een al te specifiek of uitgesproken doel kan gemakkelijk eendimensionaal worden. Zulke kunst kan iets gekunstelds of pretentieus krijgen. Of politiek of activistisch worden. Dat laatste is in mijn ogen vaak minder interessant omdat het meestal vooral het verstand aanspreekt.

Ik maak mijn kunst primair omdat ik het het proces interessant vind: het verkennen en vinden van ideeën, de worsteling van het uitwerken, het eindresultaat. Als ik andere mensen tijdelijk naar een minder vertrouwde geestestoestand kan transporteren met mijn werk, als een doek een gevoel van verwondering geeft of onbeantwoordbare vragen oproept, dan is dat een mooie kers op de taart. Maar ik geloof dat ik verder niets ‘beoog’ met mijn schilderijen.

Als je terugkijkt naar al je werk, wat is er dan nu veranderd ten opzichte van toen je begon? 

De eerste jaren werkte ik eigenlijk precies omgekeerd aan hoe ik nu werk. Ik dacht mijn ideeën heel bewust en verstandelijk uit en ik schilderde heel intuïtief. Nu komen mijn ideeën heel intuïtief tot stand en werk ik mijn schilderijen met kennis van zaken uit. Vroeger mislukten schilderijen daardoor vaak en vond ik het concept meestal na een paar weken niet meer interessant. Nu lukken mijn doeken meestal en blijft de voorstelling me fascineren. Ik heb ook het gevoel dat ik veel meer dan vroeger mijn eigen ‘stem’ en stijl heb gevonden. Ik heb daardoor veel meer inspiratie.

Wat doe je als je een dag vrij bent?

Ik ben niet zo goed in hele dagen vrij hebben. Maar na een schilderdag (die meestal rond drie uur eindigt) stap ik vaak op de fiets en ga ik naar een bos om mijn hoofd leeg te maken en mijn batterij op te laden.

Waar word je blij van?

Ik houd van mysteries, groot of klein. En ik houd van nieuwe ideeën, van nadenken. En mijn tweejarige zoontje (veruit mijn beste werk, een samenwerkingsproject) is een grote bron van blijdschap. Het enthousiasme en de eindeloze speelsheid en ontdekkingsdrang van kleine kinderen werken erg aanstekelijk.

Als je een kunstwerk zou zijn, waar zou jij dan buiten willen staan? 

Grappige vraag! Ik denk dat ik het liefst in een bos zou staan. Op een bijna onvindbare plek waar je alleen komt als je doelloos dwaalt. En dan ook geen bordje erbij. Gewoon opeens een kunstwerk op een onverwachte plek, zonder context en zonder uitleg. Dat lijkt me mooi.